Op 23 april stemde de Eerste Kamer in met de verlenging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten. Daarmee blijft de jaarlijkse huurstijging in 2024 voor circa 640.000 huishoudens die huren in de vrije sector beperkt tot 5,5%.
Verhuurders moeten zich sinds 1 mei 2021 houden aan het maximum voor de jaarlijkse huurverhoging. Dat geldt ook als er een hoger percentage in het huurcontract is opgenomen. Ook de huurverhoging na woningverbetering is niet vrij, maar moet in redelijke verhouding staan tot de kosten die de verhuurder voor de woningverbetering (geen onderhoud) heeft gemaakt.
Verjaringstermijn aangepast
De Tweede Kamer besloot eerder bij de wetsbehandeling ook de verjaringstermijn voor gemiste huurverhogingen aan te passen. De verhuurder mag alleen zo’n gemiste huurverhoging alsnog doorvoeren als hij zijn huurder jaarlijks hierover heeft geïnformeerd. De Tweede Kamer bepaalde dat een verhuurder dan maximaal de gemiste jaarlijkse huurverhogingen van de laatste twee jaar alsnog mag doorvoeren. Als de verhuurder de huurder niet jaarlijks heeft geïnformeerd, mag hij alleen de gemiste huurverhoging van de laatst verstreken 12 maanden alsnog doorvoeren.
Noodzaak nog steeds aanwezig
De maximale huurstijging in de vrije sector werd in 2021 ingesteld met een initiatiefwetsvoorstel van voormalig Tweede Kamerlid Nijboer. Evaluatie van de wet in 2023 toonde aan dat het maximum nog steeds nodig is. Met de verlenging van de begrenzing wil de minister huurders in de vrije sector langer beschermen tegen te hoge huurverhogingen en daarmee meer zekerheid geven over hun woonlasten. De verlenging geldt tot 1 mei 2029. In 2027 wordt de noodzaak voor de begrenzing opnieuw geëvalueerd.