ZAANSTAD - De nieuwste en meest moderne gevangenis in Nederland, namelijk die in Zaanstad, schreef gisteren geschiedenis: voorafgaand aan het internationale Rugby Sevens toernooi in Amsterdam werd er op het sportveld tussen de tralies een eigen Sevenstoernooi georganiseerd.
Het speelveld werd op deze bloedhete dag gedomineerd door gespierde gevangenen, ex-gedetineerden, bikkelende medewerkers van de gevangenis zelf en een aantal rugby-internationals. Het ging fysiek hard aan toe, maar wel met onderling respect voor elkaar. Aan het einde van een wedstrijd, hoe hard het er ook aan toe gaat, wordt er een erehaag gevormd en geven de teams elkaar een groot applaus.
Gemixte teams
Het was wel even schrikken voor de medewerkers toen ’s morgens bekend werd dat de teams gemixt werden ingedeeld. Maar er was niets tegen in te brengen: "Bij rugby is iedereen gelijk", vertelt Joeri Peperkamp van Stichting Turn-Over, die dit toernooi samen met Justitieel Complex Zaanstad organiseerde.
De stichting zorgt ervoor dat ex-gedetineerden weer in het gareel komen. Drie keer per week volgen ze rugbytrainingen in combinatie met onder andere sollicitatietraining en jobcoaching. Na afloop kunnen de jongens terecht bij werkgevers die zich aangesloten hebben bij de stichting.
Teamsport
Rugby is een gedisciplineerde teamsport: praten tegen de scheidsrechter is uit den boze en teamgenoten helpen elkaar als ze vast worden gehouden in een kluwen van de tegenpartij. "Daarom past deze sport zo goed bij onze doelgroep", zegt Gerko Brink, projectleider van 'Werken via Sport' bij Dienst justitiële inrichtingen.
In de Zaanse bajes zitten langgestraften en kortgestraften door elkaar, onder wie een aantal 'top-600 jongens', dit jongens die op jonge leeftijd al enkele zwaardere vergrijpen op hun naam hebben staan. Max zit in die top-600, hij zit net twee maanden vast en heeft nog twee jaar te gaan. "Die stempel, daar kom je nooit meer vanaf", zegt hij. Hij heeft een zware mishandeling op zijn geweten, hij kwam voor een vriend op die belaagd werd.
Status
Max maakt er maar het beste van: hij is gestart met de opleiding tot barista en deelt heerlijke kopjes koffie uit aan de toeschouwers. "Ik mag werken, want ik heb een groene status", zegt hij. "Je moet zorgen dat je geen rode status krijgt, dan mag je nergens aan meedoen en moet je lang op je cel blijven."
Een 21-jarige afstandelijke jongen die zijn naam niet wil noemen komt over een maand vrij, hij heeft dan in totaal twee jaar gezeten. Ook hij heeft iemand flink mishandeld, uit zelfverdediging uiteraard. "Als ik vrij kom ga ik me niet gelijk inschrijven bij een rugbyclub, ik ga eerst op vakantie", zegt hij vastberaden.
Hij vindt het wel lekker dat hij zich vandaag even uit kan leven. "Rugby is een mannelijke sport, maar het doet niet echt pijn, het ziet er alleen hard uit", zegt hij. De jongen is geen prater, hij wil gauw weer terug naar zijn team.
Broederschap
Henk, een van de meespelende bewaarders, is niet bang dat een van zijn tegenstanders een gedetineerde is die toevallig een bloedhekel aan hem heeft, want dan zou hij weleens op een legale manier een flinke klap kunnen krijgen. "Zo werkt dat hier niet, je komt die jongens dagelijks tegen, het is juist leuk!" Hij noemt de jongens die hij iedere dag moet opsluiten met een glimlach "stevige hufters die er helemaal voor gaan".
Aan het einde van de middag worden de winnaars bekend gemaakt door een trotse Joeri. Alle deelnemers staan door elkaar heen en juichen voor elkaar. Handen worden geschud en mensen worden op hun schouder geklopt. Het lijkt wel een feestje zonder alcohol. "Zie je wel, rugby is broederschap", fluistert bewaarder Henk me toe.