AMSTERDAM - Ajax is dinsdagavond door Benfica uit de Champions League geknikkerd. De Amsterdamse ploeg was in de Johan Cruijff Arena de hele wedstrijd beter, maar niet goed genoeg en lang niet zo effectief als Benfica. Dat benutte de enige kans en bereikte na de 2-2 in Lissabon de kwartfinales van het kampioenenbal: 0-1.


Ajax speelde een goede eerste helft. Het drukte Benfica terug en was drie kwartier in de aanval. Het lukte de ploeg van Erik ten Hag echter nauwelijks om over de grond het Portugese doel te bereiken. Men kwam vooral tot schoten uit de tweede lijn en een flink aantal kopballen. Het teruggetrokken Benfica loerde op fouten van Ajax.

Na rust opereerde Ajax lang in een lager tempo.Het zocht geduldig naar een gat in de defensie en dat leverde een afstandsschot,van Tadic en een kopbal van Antonyop. Een kwartier voor tijd durfde Benfica iets meer uit de schulp te kruipen en direct had het succes. Darwin Núnez kopte raak uit een makkelijk gegeven vrije trap, terwijl doelman Onana langs de bal en de spits vloog. Op zoek naar de gelijkmaker werd Brobbey naast Haller gepositioneerd, maar ook dit bracht geen soelaas.Benfica haalde daarbij alle bekende trucs uit de kast om Ajax te ontregelen en frustreren en daarin slaagde men.