ZAANDAM - Een einde maken aan armoede onder kinderen in Nederland. Dat is de ambitie van de Alliantie Kinderarmoede die dinsdag in Den Haag is ondertekend door een groot aantal partijen in aanwezigheid van prinses Laurentien. Namens Zaanstad zette wethouder Songül Mutluer (Armoedebeleid) haar handtekening.
In Nederland leeft ongeveer één op de negen kinderen in armoede. Deze kinderen lopen hogere gezondheidsrisico’s en worden belemmerd in hun (talent)ontwikkeling. De Alliantie Kinderarmoede streeft ernaar om armoede onder kinderen uit te bannen en stelt daarom een stevige doelstelling: in 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen.
De Alliantie heeft als doel om partners uit alle relevante sectoren, te weten onderwijs, (jeugd)gezondheidszorg, zorgverzekeraars, bedrijfsleven, banken en overheid, bij elkaar te brengen om gezamenlijk creatieve en slimme oplossingsrichtingen te bedenken voor de aanpak van kinderarmoede. Meer dan honderd partijen ondertekenden het convenant. Lees hier het volledige persbericht van de Alliantie Kinderarmoede.
Wethouder Mutluer: ‘Armoede zorgt voor uitsluiting. Dat moeten we doorbreken!’
‘Het ondertekenen van de Alliantie sluit aan bij de ambities van dit college’, aldus wethouder Mutluer. ‘Als er iets is wat ons als gemeente aan het hart gaat dan is het de vermindering van het aantal kinderen in armoede. In Zaanstad is dat nu maar liefst 13 procent van de kinderen, meer dan het landelijk gemiddelde. Daar willen en moeten we echt iets aan doen. Binnen de Aanpak Armoede Opgave waar we nu aan werken, is het terugdringen van armoede onder kinderen dan ook een belangrijk speerpunt.’
Wat armoede onder kinderen extra schrijnend maakt, is dat ze er zelf niks aan kunnen doen, maar wel de gevolgen ervaren. Wethouder Mutluer: ‘Eigenlijk gaat het niet om arme kinderen, maar om kinderen met arme ouders. Dit gaat verder dan geldgebrek. Het is een gevoel van uitsluiting. Dat moeten we doorbreken. Van schaamte naar waardigheid. Van belang is om hierbij niet alleen óver kinderen, maar ook mét kinderen te praten.’