De meeste mensen die moeite hebben met lezen en schrijven, zijn in Nederland geboren. Met wat voor soort problemen hangt laaggeletterdheid samen?
Wie niet goed kan lezen of schrijven, kan minder makkelijk meedoen in de maatschappij. Het is bijvoorbeeld lastig om formulieren goed in te vullen. Ook mensen die zich geen raad weten met computers, worden als laaggeletterd beschouwd. Het komt voor dat laaggeletterden rekeningen niet kunnen onderscheiden van andere post en deze onbetaald laten. Zo krijgen laaggeletterden sneller geldproblemen. In Nederland leeft bijna één op de vijf laaggeletterden langer dan een jaar in armoede.
Wat kun je voor laaggeletterden doen?
Onder de naam DigiTaalhuis zijn er Taalspreekuren in Zaanse bibliotheken en bij diverse Sociale Wijkteams. Daar bekijken deskundigen samen met een laaggeletterde welke oefen- of lesmogelijkheden het beste bij hem of haar passen. En voor ouders zijn er bijvoorbeeld Taalcafé’s op de basisschool. Iedereen die het leuk vindt de Nederlandse taal te spreken met iemand anders, kan veel betekenen voor laaggeletterden. Bijvoorbeeld als taalmaatje, door met iemand boodschappen te doen. Of als hulp bij het invullen van formulieren. Maar ook om laaggeletterheid bespreekbaar te maken en een laaggeletterde te begeleiden naar het DigiTaalhuis.
Hoe kan iemand zich als vrijwilliger aanmelden om laaggeletterden te helpen?
Het Sociaal Wijkteam in de buurt kan geïnteresseerde inwoners de weg wijzen naar een Taalspreekuur. En uitleg geven over vrijwilligerswerk. Inwoners kunnen ook direct met het DigiTaalhuis contact opnemen. Ok is het mogelijk een training te krijgen om laaggeletterdheid te herkennen. Veel laaggeletterden schamen zich namelijk voor hun situatie en bedenken allerlei trucjes om het te verhullen. ‘Ik schrijf het thuis wel op’ of ‘ik heb mijn bril niet bij me’ zijn veelgehoorde reacties.