ZAANSTAD - Duidelijke regels om overlast door straatartiesten tegen te gaan, een verbod op brugspringen en maatregelen tegen ‘weesauto’s’. Het zijn enkele van de aanpassingen in de Algemene plaatselijke verordening (APV) die het college van B&W voorstelt bij de halfjaarlijkse actualisatie. Andere opvallende wijzigingen zijn een ‘anti-hopbepaling’ voor pleziervaartuigen en een verbod om fietsen vast te maken aan bomen, lantaarnpalen en andere gemeentelijke objecten. De gemeenteraad beslist uiteindelijk over de voorgestelde wijzigingen van de APV.
Waar de afgelopen jaren vooral regels werden geschrapt of vereenvoudigd, stelt het college nu voor een aantal regels (weer) toe te voegen. ‘Het terugdringen van regels is een belangrijk speerpunt uit het collegeprogramma. De afgelopen jaren is daar hard aan gewerkt, ook in de APV’, aldus burgemeester Jan Hamming. ‘Maar minder regels is geen doel op zich, het doel is een heldere APV die de gemeente instrumenten geeft om de stad veilig en leefbaar te houden en de openbare orde te kunnen handhaven. De groei van de stad en alles wat dat met zich meebrengt, maakt het nu noodzakelijk een aantal nieuwe regels op te nemen in de APV.
Straatartiesten
Hamming noemt als voorbeeld de regels voor straatartiesten. ‘Straatartiesten zijn geweldig. Ze zorgen voor extra reuring in onze prachtige binnenstad. Maar de grotere aantrekkingskracht van ons stadshart is ook straatartiesten niet ontgaan. Er zijn meer optredens en die zorgen soms ook voor overlast. De klachten gaan dan vooral over de kwaliteit en de duur van de muziek en het feit dat straatartiesten vaak lang op dezelfde drukke plekken staan. Met de nieuwe regels geven we onze handhavers mogelijkheden om op te treden als dat nodig is.’
Voorgesteld wordt daarom dat straatartiesten alleen tijdens winkeluren mogen optreden en zich niet langer dan dertig minuten op één plek mogen ophouden. Daarna moeten ze zich minimaal honderd meter verplaatsen. Ook mogen ze geen overlast veroorzaken voor het winkelend publiek en hooguit twee keer per dag op dezelfde plek optreden.
Andere voorgestelde nieuwe bepalingen in de APV:
- Een verbod om objecten vast te maken aan bomen, lantaarnpalen en andere gemeentelijke objecten. Hierdoor wordt het mogelijk om met name vastgemaakte fietsen te verwijderen die eenbelemmering vormen voor onderhoudswerkzaamheden of andere werkzaamheden.
- Een verbod om van bruggen af te springen. Dit sluit aan bij het al bestaande zwemverbod dat geldt voor doorgaande vaarwegen en plekken waar schepen manoeuvreren. Dit zorgt voor gevaarlijke situaties.
- Een verbod om autowrakken en auto’s zonder geldige papieren op of aan de openbare weg te parkeren. En daarnaast een verbod om voertuigen die niet gebruikt worden langdurig te parkeren op de openbare weg. De gemeente wordt nu regelmatig geconfronteerd met achtergelaten voertuigen met exportkentekens of auto’s waarvan de eigenaar met de noorderzon vertrokken is. De nieuwe bepaling maakt het makkelijker deze te (laten) verwijderen.
- Een artikel om te voorkomen dat men van pleisterplaats naar pleisterplaats ‘hopt’ met een pleziervaartuig. Dit gebeurt nu door niet-toeristen die hun vaartuig gebruiken als slaapplaats/woonplaats. Het verbod is nadrukkelijk niet bedoeld om toeristen te treffen.
- Een weigeringsgrond voor horecaterrassen als ze afbreuk doen aan andere publieke functies van de openbare ruimte, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan.
- Een uitzondering op het kapverbod voor dode bomen. Voor bomen die door een boominspecteur van de gemeente zijn aangemerkt als dode boom is een omgevingsvergunning niet langer nodig om tot kap over te gaan.
De gemeenteraad besluit naar verwachting in maart over de voorgestelde aanpassingen. De gewijzigde APV gaat in op een nog nader door de raad te bepalen datum.