ZAANDAM - Het college geeft een aantal grote erfgoed- en culturele partijen op de Zaanse Schans het groene licht om verder te gaan met de ontwikkeling van één gezamenlijke toegangskaart voor bezoekers. De toegangskaart is een alternatief voor de vermakelijkheidsretributie (VMR), een belasting voor aanbieders van vermaak op de Zaanse Schans. De Zaansche Molen, het Zaans museum, het Uurwerk museum en Stichting de Zaanse Schans hebben een intentieovereenkomst voorbereid om dit alternatief verder te ontwikkelen. Daarmee voldoen zij aan de voorwaarde die de gemeenteraad stelde toen zij eerder dit jaar uitstel verleende voor de invoering van de VMR tot 1 juli 2020.
Wethouder Financiën Hans Krieger: “De afgelopen maanden zijn er goede vorderingen gemaakt bij de uitwerking van een alternatief voor de VMR. Gezien de verschillende belangen op de Zaanse Schans en de (in sommige gevallen) ingewikkelde onderlinge verhoudingen ziet het college dit als een belangrijke volgende stap naar een toekomstbestendige Schans. Het college heeft er vertrouwen in dat de partijen ook de komende maanden goede vorderingen zullen maken.”
Voor 1 oktober uitgewerkte samenwerkingsovereenkomst
Het idee is dat toeristen straks één kaart kopen voor de Zaanse Schans. Daarmee hebben zij toegang tot alle erfgoedlocaties en kunnen zij de voorzieningen, zoals parkeerplaats en toiletten, gebruiken. Het openbare karakter van de Schans wordt niet aangetast omdat mensen die er alleen wandelen of fietsen vrije toegang houden, zolang zij geen gebruik maken van de voorzieningen. De gemeenteraad zal voor de zomer een besluit hierover nemen. Bij een positief besluit hebben de partijen tot 1 oktober de tijd om te komen tot een ondertekende samenwerkingsovereenkomst waarin de uitgangspunten van de intentieovereenkomst verder uitgewerkt zijn. De volgende stap is de daadwerkelijke invoering van de gezamenlijke toegangskaart voor 1 februari 2021. Als de partijen er niet uitkomen, dan voert de gemeente alsnog de VMR in per 1 oktober 2020.
Zaanse Schans toekomstbestendig maken
De Zaanse Schans is een wereldberoemde bezienswaardigheid die de afgelopen jaren miljoenen bezoekers trok. De verwachting is dat na de coronacrisis de bezoekersaantallen geleidelijk weer zullen toenemen. Om ervoor te zorgen dat dit Zaanse erfgoed ook in de toekomst grote bezoekersaantallen kan verwerken, zijn grote investeringen noodzakelijk. Denk aan investeringen in de openbare ruimte zoals toegangswegen, kosten voor handhaving en het waarborgen van de veiligheid (crowd control). De gemeenteraad wil deze kosten verhalen op de partijen die de toeristen aantrekken. Daarom werd in 2019 jaar besloten om per 1 april 2020 een VMR op de Zaanse Schans in te voeren, een belasting op ‘vermakelijkheid’.
VMR: Belasting op vermaak
De VMR kan alleen geheven worden op een betaalde ‘vermakelijkheid’, denk aan een heffing op de toegangskaartjes van de molens, de musea, de gidsen, rondvaartboten en de fietsverhuur. De gemeente kan deze belasting niet heffen op onder andere souvenirwinkels, horeca en de stichting de Zaanse Schans.
Advies van Remkes: laat meer partijen meebetalen
Vorig jaar adviseerde Johan Remkes de gemeente om te komen tot zogenaamde ‘duurzame exploitatiescenario’s’ waarbij alle partijen die geld verdienen op de Zaanse Schans meebetalen aan de investeringen. De toegangskaart die nu verder ontwikkeld wordt, is een uitwerking van een duurzaam exploitatiemodel. De gemeenteraad onderschrijft de visie van Remkes en stelde de invoering van de VMR uit zodat de partijen op de Zaanse Schans de tijd kregen om een alternatief uit te werken dat op meer steun kan rekenen.