DEN HAAG - Om verdere samenwerking tussen bedrijfsleven en het mbo te stimuleren, trekt minister van onderwijs Van Engelshoven 100 miljoen euro uit tot 2022. Onderwijsinstellingen kunnen daardoor mbo-studenten nog beter voorbereiden op de snel veranderende arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld doorhen al tijdens hun studie te laten werken met state of the art-technieken en -methoden. De financiering van de projecten wordt aangevuld door andere organisaties uit de regio, waarvan in ieder geval het bedrijfsleven.
“Met deze investeringen zorgen we ervoor dat studenten straks meer kans hebben op het vinden van een baan”, licht minister Van Engelshoven toe. “Goede samenwerking is essentieel voor beide partijen. Voor studenten om gemakkelijker een baan te vinden en voor bedrijven, omdat zij behoefte hebben aan hoogwaardig vakmanschap.”
World Horti Center
Een voorbeeld van innovatieve samenwerking is het World Horti Center in Westland. Hier werken onderwijs en bedrijfsleven gezamenlijk aan oplossingen voor het voedselprobleem in 2030, als er 9 miljard mensen op de wereld zijn. Door eerdere investeringen werken ze er aan tuinbouw met steeds minder en ander licht dat de groei van voedsel beïnvloedt. Aan deze innovatieve ontwikkeling dragen mbo-studenten en -docenten bij. Op deze manier worden er vakmensen opgeleid die internationaal het verschil kunnen maken.
Regionaal investeringsfonds
Samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen komt niet vanzelf tot stand. Daarom stimuleert het ministerie van Onderwijs samenwerking via het regionaal investeringsfonds mbo(RIF). Het RIF is de afgelopen jaren succesvol gebleken om samenwerking in de regio te stimuleren. In totaal hebben 111 samenwerkingsverbanden de afgelopen jaren ruim 100 miljoen euro ontvangen vanuit het Rijk. Het bedrijfsleven en regionale overheden hebben dat aangevuld met nog eens 215 miljoen euro. In januari 2019 start het nieuwe RIF en kunnen samenwerkingsverbanden van onderwijs, bedrijfsleven en regionale overheden subsidie aanvragen voor innovatie in het beroepsonderwijs.
Vanaf 2019 heeft het RIF meer aandacht voor projecten voor kwetsbare jongeren in de entree-opleiding. Het percentage dat vanuit het fonds wordt bijgedragen wordt groter. Nu krijgen toegekende projecten een derde van de totale begroting van het project als subsidie van het Rijk. In het nieuwe RIF wordt dat de helft van de begroting. Bovendien hoeven bedrijven bij projecten voor kwetsbare jongeren in de entree-opleiding nog slechts een kwart, in plaats van een derde bij te dragen. Deze aantrekkelijkere voorwaarden voor bedrijven zorgen ervoor dat kwetsbare jongeren in de entree-opleiding betere kansen krijgen op de arbeidsmarkt.