Delicten
De roofoverval op een taxichauffeur gebeurde op 29 november 2021 in Zaandam. Terwijl het slachtoffer de taxi bestuurde en de verdachte naast hem zat, toonde de verdachte een groot mes en zei daarbij ‘Ik moet geld hebben’. Nadat het slachtoffer de taxi tot stilstand bracht, heeft de verdachte hem belet de auto uit te stappen. Hierbij heeft de verdachte stekende bewegingen met het mes gemaakt richting het bovenlijf van het slachtoffer. Het slachtoffer werd geraakt in de buikstreek. Toen het slachtoffer vervolgens uit de auto kon wegkomen en bij een behulpzame voorbijrijder achterop de scooter kon stappen en weg kon rijden, werden het slachtoffer en de getuige achterna gezeten door de verdachte die het mes nog in zijn handen had.
De diefstal met geweld in de parfumwinkel gebeurde op 24 november 2021 in Zaandam. De verdachte ging de winkel in en nam diverse dure verzorgingsproducten weg. Toen de verdachte daarop werd aangesproken heeft hij de winkelmedewerkster met een mes bedreigd.
De poging afpersing in de tabakswinkel gebeurde op 26 november in Zaandijk. Ook daarbij heeft hij zich dreigend gedragen en uit de camerabeelden blijkt dat de verdachte ook in deze winkel een mes in zijn handen heeft gehad. Dat het slachtoffer dit mes niet heeft gezien, doet niet af aan de ernst van het handelen van de verdachte, vindt de rechtbank.
Oordeel rechtbank
De rechtbank vindt dat de verdachte voorafgaand en tijdens het plegen van de delicten op geen enkele manier stil heeft gestaan bij de gevolgen van zijn daden. Hij heeft kennelijk alleen gedacht aan zijn eigen belang om zo snel mogelijk aan geld te komen. Dit alles neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk. Het moet voor de taxichauffeur zeer beangstigend zijn geweest om al rijdend in een taxi, waardoor het moeilijk is om te vluchten, bedreigd te worden met een mes. En uit de verklaring van het slachtoffer in de tabakszaak blijkt dat de gebeurtenis traumatisch voor haar is geweest en ze er nog bijna dagelijks last van heeft.
Bij de strafbepaling weegt de rechtbank in het nadeel van de verdachte mee dat hij eerder voor vermogens- en geweldsdelicten is veroordeeld. Ook heeft de rechtbank meegewogen dat hij het laakbare van zijn handelen niet in lijkt te willen zien. Alles afwegende legt de rechtbank hem een celstraf op van 30 maanden.