Ongeval
Bij het ongeval waren twee personenauto's en een bedrijfsbus betrokken. Het gebeurde rond 22:04 uur op de provinciale weg. De verdachte reed in zijn personenauto in de richting van Assendelft. Het slachtoffer reed ook in een personenauto, in dezelfde richting. De verdachte heeft de auto waarin het slachtoffer zat met zeer hoge snelheid van achteren aangereden, waardoor die in een slip raakte en op de rijbaan van het tegenliggende verkeer terechtkwam. Vanuit die richting reed op dat moment de bestuurder van een bedrijfsbus. Het slachtoffer werd van de linkerzijde frontaal aangereden door het bedrijfsbusje. De auto van de verdachte belandde door de botsing met de andere personenauto via de vangrail op het daarachter gelegen fietspad. Na een boom te hebben geraakt, kwam hij uiteindelijk tot stilstand in de berm tussen de rijbaan en het fietspad. De bestuurster van de personenauto overleed ter plekke. De verdachte en de bestuurder van het bedrijfsbusje raakten gewond.
Uit onderzoek bleek dat de verdachte op vijfhonderd meter voor het ongeval tussen de 157 en 171 kilometer per uur reed, terwijl maximaal 80 kilometer per uur was toegestaan. Verder is vastgesteld dat het bloed van de verdachte een alcoholpromillage had van 0,94 terwijl 0,5 is toegestaan.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de verdachte schuldig is aan het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval door roekeloos rijgedrag. De verdachte heeft over een langer traject de maximumsnelheid overtreden met teveel alcohol op. Hij heeft daarmee de verkeersregels ernstig geschonden. Als gevolg van dit roekeloze rijgedrag is het slachtoffer vlak na het ongeval ter plekke overleden. De rechtbank vindt het onverantwoord dat de verdachte onder invloed van alcohol in de auto gestapt, zelfs toen het hem vooraf was afgeraden. De onvoorstelbaar hoge snelheid waarmee de verdachte heeft gereden, wetende dat hij met teveel alcohol op achter het stuur zat, rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
De verdachte heeft met zijn handelen diep en onherstelbaar leed toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer, zoals ook is gebleken uit de verklaringen van de moeder en de zus van het overleden slachtoffer. De rechtbank realiseert zich dat geen enkele straf het verdriet en de pijn kan wegnemen. Ook de bestuurder van de bedrijfsbus heeft tijdens de zitting verwoord hoe beangstigend het ongeval voor hem is geweest en dat dit tot op de dag van vandaag een grote impact op hem heeft.
De rechtbank heeft de indruk dat de verdachte gebukt gaat onder gevoelens van schuld en schaamte. Ook daarmee heeft de rechtbank bij het bepalen van de straf rekening gehouden. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf (30 maanden) en een langdurige rijontzegging (4 jaar) vindt de rechtbank passend.
De vordering tot schadevergoeding van de bestuurder van de bedrijfsauto, heeft de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard. De vordering kan alsnog bij de burgerlijk rechter worden ingediend.